Leuning
Een hol profiel dat aan de kopse kant is afgedicht, dient aan de boven- en onderkant voorzien te zijn van gaten.
In het bijzonder voor holle profielen zoals kokers en buizen die aan de kopse kant zijn afgedicht, geldt dat zink er vlot moet kunnen instromen en lucht er snel uit moet kunnen ontsnappen. Voor het verzinken worden de objecten opgehangen. Daarvoor maakt de verzinkerij zoveel mogelijk gebruik van gaten die zich in de omgeving van het uiteinde van het object bevinden. Deze gaten bepalen hoe het object komt te hangen en dus ook wat de boven- en onderkant is. Aan de bovenkant dienen gaten te zitten voor het ontluchten en aan de onderkant voor het in- en uitstromen van het zink.